Het ontstaan van de Tsjechoslowaakse wolfhond
Er zijn ongeveer 340 erkende hondenrassen maar er zijn ook veel niet door de FCI erkende rassen.
Het eerste doel van het fokken met wolf en de Duitse herder was de eigenschappen van de diensthond van de kennel z Pohranicni stráz te verbeteren.
Het uiterlijk moest zo veel mogelijk op de wolf lijken, waarbij de gewenste eigenschappen temperamentvol en actief, sterk ontwikkelde zintuigen en actief verdedigende reactie zou moeten zijn.
De wolfhond is zeer trouw aan zijn baas, moedigen kan veelzijdig gebruikt worden.
De sterke gezondheid, vitaliteit, natuurlijke instincten, onafhankelijkheid en de schoonheid maken de hond zeer aantrekkelijk.
De fokkers van dit ras proberen zo dicht mogelijk bij de natuur te blijven.
De rasstandaard eist eenheid in kleur met tegelijkertijd plaats voor variatie.
Van kruising naar ras.
Sinds 1955 werd de poging om de wolf met de Duitse herder te kruizen al voorbereid.
De eerst worp in de kennel z Poharanicni stráze in Libejovice vond plaats op 26 mei 1958.
De gekozen kruisingen werden gekruist met niet verwante DuitseHerders.
De vragen wanneer de regeneratie van de Duitse Herder door de wolf zou eindigen speelde, maar ook wanneer spreek je van een nieuw ras?
Zo rond 1964-1965 werden de eerste resultaten gepubliceerd, alsmede het idee rond het fokken van een nieuw ras.
De eerste nieuwe rasstandaard werd door de heer Ing. K. Hartl beschreven in 1966, na vier generaties kruisingen uit de eerste lijn via de wolvin Brita en de Duitser Herder Cézar Brezový Háj.
Daarnaast leefde er ook twee generaties uit de tweede lijn van wolvin Brita en de Duitse herder Krut Václavka.
De volgende kruising vond plaats in 1968 in kennel Býchory tussen wolf Arog en teef Asta de Duitse Herder.
In deze kennel werk ook de tweede generatie grootgebracht. De tussenkruisingen kregen de naam Ceskoslovenský Vlcák ° tsjechoslowaakse Wolfhond.
De toestemming voor registratie in het stamboek werd geweigerd, zo ook in 1976.,
In de jaren ´70 werd de fokkerij voortgezet, verrijkt met een derde wolf: Sarik.
In 1974 werd Sarik gekoppeld aan 3e generatie teven, Urta z Pohranicni stráze.
De heer Frantisek Rosik verbleek als officier in Slowakije ne werkte samen met Ing. Karel Hartl aan de realisatie van dit nieuwe ras.
De heer Rosik is tot de dag van vandaag erevoorzitter van de club van Fokkers van de Tsjechoslowaakse wolfhond in Slowakije.
De club van Fokkers van de Tsjechoslowaakse Wolfhond is op 20 maart 1982 opgericht in Brno.
De zetel van de club is in Praag, het bestuur kreeg als opdracht de criteria voor de fokkerij vast te stellen, een fokprogramma waarbij de voorzitter de heer Rosik werd en de heer Ing. Karel Hartl de hoofdadviseur.
Daarna volgde een onrustige periode, daar 77% van de worpen van één fokdier afstamden, de hond Rep a Pohranicni stáze.
Wat betekende dat binnen 5 jaar wel 90% verwant was met deze hond, 83% zelfs nauw verwant.
In het jaar 1983 vond in Libejovice in de kennel z Pohranicni stráze een nieuwe kruizing plaats tussen de Duitse Herder Bojar von Schottenhof en de wolvin Lejdy uit de dierentuin Hluboká.
De reu Kazan z Pohranicni uit dit nest werd sinds 1985 verschillende keren gebruikt bij de fok van de Tsjechoslowaakse wolfhond.
In de loop van de jaren namen 4 wolven deel aan het ontstaan van het nieuwe ras: Brita, Argp. Sarik, Lejdy.
In 1988 heeft de rasstaandaardcommissie van de FCI de Tsjechoslowaakse Wolfhond aanbevolen voor erkenning, op 13 juni 198 werd in Helsinki de rasstandaard van de Tsjechoslowaakse Wolfhond goedgekeurd en op 28 april 1994 uitgegeven door het secretariaat van de FCI onder nummer 332, behorend in de FC I classificatie tot rasgroep 1: Herders en Veedrijvers. Op 6 juni 1999 is de Tsjechoslowaakse Wolfhond definitief erkend op de vergadering van de FCI in Mexico.