Fokbeleid
Als eerste willen we dat beide ouders op zo veel mogelijk getest zijn qua erfelijke aandoeningen op wat nu mogelijk te testen valt.
Dan kunnen we nl rekening houdend met de wet van Mendel, uitsluiten dat de pup lijder zal zijn aan een van de geteste aandoeningen.
In principe is een drager van een bepaald gen een gezonde hond, maar twee dragers geven samen 25% kans op pups die lijder zijn aan een bepaalde aandoening.
Aa x Aa: 25% AA, 50% dragers zijnde Aa, en 25% lijders nl aa.
Op dit nog kleine ras gezond te houden, willen we dan ook verantwoord fokken.
Heup en elleboogfoto’s worden gemaakt, waarbij we ook checken of ook uitslagen van naaste familieleden bekend zijn.
Daarnaast kijken we of de ouders geen naaste familie banden hebben, om de genenpoel optimaal te gebruiken.
De bonitatie is een volgend item.
Een test waarbij niet alleen de fokgeschiktheid op uiterlijke kenmerken wordt weergegeven in letters en cijfers, maar ook gedrag, karakter hierin wordt uitgedrukt.
Schuwe en agressieve honden krijgen een code wat weergeeft dat ze niet geschikt zijn voor de fok.
Maar ook hierbij blijkt dat vele honden niet getest zijn.
Het volgende is de check of de reu niet al veel vaker is gebruikt als dekreu en deze bloedlijn veel voorkomt.
Daarbij is het goed om ook te kijken of er met honden uit deze lijn ook daadwerkelijk gefokt wordt.
De afgelopen jaren bleek dat er dan een beperkt aantal combinaties als optimaal te beschouwen waren.
Als we deze in kaart hadden gebracht, werd de eigenaar onder de loep genomen, omdat niet alleen aangeboren, genetisch bepaalde kenmerken van belang zijn, kijken dan ook naar honden uit hetzelfde nest.
Het sluitstuk van het zoeken naar een goede combinatie is het uiterlijk van de hond, om de raskenmerken, de typische wolfachtige kenmerken te behouden.
Onze voorkeur gaat uit naar kleinere oren, scheefstand van de ogen met amberkleurige iris, mooie dikke vacht met kraag, goede implant van de staat die niet te lang is.
Omdat dit het sluitstuk is, zijn zgn afwijkingen in uiterlijk onderschikt aan de gezonde binnenkant en karakter van de hond.
Voordat de beslissing voor een pup valt, moet u er zeker van zijn dat u bereid bent om uw tijd en aandacht aan de hond te besteden.
Een hondenleven van 10 tot 15 jaar gaat niet alleen om de materiële omstandigheden maar om uw levensstijl, de hond behoort tot uw roedel.
Uiteindelijk maakt u kennis met het begrip kennel, een begrip voor een beschermde fokkerij, elke fokker is namelijk geregistreerd.
Elke kennelnaam is uniek en ingeschreven bij de FCI, waardoor de honden getraceerd kunnen worden.
Het opvoeden van een pup is niet gemakkelijk.
De eigenaar heeft veel tijd nodig voor de pup, natuurlijk ook begrip en geduld van de rest van het gezin.